zaterdag 16 juni 2012

Partir c'est mourir un peu...

Kunnen alleen de Fransen zo mooi zeggen.
Afscheid nemen is een beetje sterven.
Iets achterlaten, kwijtraken.
Mijn laatste blog, de tweeënvijftigste, waar zou die anders over moeten gaan dan over afscheid nemen.

We nemen ons hele leven afscheid.
Op het moment dat we geboren worden nemen we al afscheid van een bekende onbekende warme geborgenheid.
We nemen afscheid op het schoolplein, die allereerste dag. Later nemen we afscheid van dat plein, die school.
We nemen afscheid van onze eerste liefde. Die voelde als enige en eeuwige,
die dit niet bleek te zijn.
Van vrienden, die verdwenen omdat tijd en afstand in de weg stonden.
Van je onschuld als de grote wereld langzaam jouw kleine wereld binnenkomt.
Afscheid van collega's.
Van je ouders, op zomaar een doordeweekse dag, zittend in een aula.
Van de zomer,
de winter,
je haar.

En ieder afscheid is een beetje sterven.
Maar ieder afscheid is ook een ontmoeting.

Op het moment dat we geboren worden, de eerste warmte van twee armen, een stem, geborgenheid.
Een uitdijende wereld van kennis en verwondering, op school.
Die tweede liefde.
Nieuwe vrienden.
Een harmonie tussen jouw wereld en die grote daarbuiten.
Nieuw werk, nieuwe uitdagingen, nieuwe collega's.
Een opnieuw ontdekken en ontmoeten van ouders in het herinneren, ergens op een doordeweekse dag, zittend in een aula.
De verwelkoming van een kleurige herfst,
een verwachtingsvolle lente
het gemak 's ochtends voor de spiegel.

Wie iets kwijtraakt kent ook het gelukzalige gevoel van opnieuw vinden.
Autosleutel. Portemonnee.
Mensen, geliefden.
Al is het bij de laatste twee misschien niet diegene die je kwijtraakte. Het vult echter een leegte en vaak meer dan dat. Veel meer.
Het is het geluk van opnieuw vinden.
Ontmoeten.

Dit is ons afscheid. Dit is het laatste verhaal in de reeks.
Tweeënvijftig weken, onafgebroken.
Met soms de spanning als de zondag nabij kwam en er nog geen inspiratie was.
Bang voor een 'writers block'.
Maar de inspiratie was er altijd en altijd bij de dingen vlak om mij heen. Misschien is dat ook wel de rode draad in al die verhalen, we zoeken te hard en we kijken te ver.
Vergeten wat er vlak voor onze voeten ligt.

Ik ken u niet, u was verborgen achter de statistieken van deze site. Ik kon zien wanneer u mijn stukjes las, uit welk land u kwam en zelfs of u mij vanachter de pc of de mobiel las.
Maar echt kennen.....
Of toch wel?
Door mijn verhalen heb ik u in mijn hoofd laten kijken, in mijn hart.
Misschien hebben we iets gemeen. Ik denk het wel.
We verschillen minder van elkaar dan andere mensen ons wel eens willen doen geloven.
Het was aangenaam kennis te maken, zelfs zonder echt kennis te maken.

Uit ieder afscheid worden herinneringen geboren.
Mooie herinneringen.
Een hartmononitor toont ons leven als een opeenvolging van pieken en dalen. Steeds opnieuw, da's mooi, dan weten we tenminste dát we leven.
Pas als de pieken en dalen verdwijnen en verworden tot een vlakke lijn moeten we ons echt zorgen gaan maken.

Ik wens u daarom veel piekmomenten toe die u alleen als zodanig zult ervaren vanwege de momenten dat ze er niet waren.
En ik wens u in de dalmomenten toe dat u herinneringen zult hebben aan hoe het was
en het heus weer worden zal
of beter.

Alles is betrekkelijk.
Afscheid nemen maakt ruimte voor voor nieuwe horizonten, bekeken in een rijker perspectief
en dat is mooi.

Want,
Oost, West....
Thuis is het ook niet alles.



Voor het goede doel.

zondag 10 juni 2012

Eikenhout

Voor u onderstaand blog gaat lezen wijs ik u alvast op de  Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'


Houdt u van wijn?
Ik wel, maar zou zeker niet durven beweren dat ik een kenner ben.
Integendeel, er zit blijkbaar een kabelbreuk tussen mijn smaakpapillen en het hersendeel dat zich bezig houdt met de hogere geur- en smaakbeleving die voor de echte wijnbeleving noodzakelijk is.
Ik ben meer een whiskyman.

Probeer het wel hoor. Steeds opnieuw.
Zo nu en dan laat ik me weer eens meenemen naar een wijnproeverij. Leuke avonden.
Staat er zo'n meneer achter een tafel met flessen uit een specifiek wijnland of een bijzondere regio.
Gaan we dus al die wijnen proeven en vooral de verschillen proberen te 'duiden'.
Er wordt gerold, gewalst, geslobberd en uitgespuugd.
Alsof je in een zaal lama's staat.
Moest ik erg aan wennen in het begin. Ben opgegroeid in een tijd waarin weggooien van voedingswaren (ik deel wijnen hier maar even bij in) zo ongeveer een doodzonde was.
Uitspugen? Ben jij gek! Doorslikken!
Ik herinner me daarom weinig meer van die eerste wijnproeverij.

Ging er laatst weer eens heen met een goede vriend en collega.
Een echte liefhebber en kenner.
Neen, een 'connaiseur'!
Zo iemand bij wie wel alle 1000 verschillende geur- en smaakdraadjes zijn doorgekoppeld naar de bovenkamer.
Eerst moest er aan de kurk geroken worden. Het is hem een gruw dat de meeste wijnen tegenwoordig schroefdoppen hebben. Ziet er niet uit, iemand die aan een schroefdop ruikt.
Daarna werd ieder glas wijn beoordeeld op neus, kleur, smaak en nadronk.
Prachtige teksten weet hij dan uit te spreken.
'Ik ruik walnoten' of  'aah, een smaak van pas gemaaid gras'.
'Truffels, ik ruik truffels! Vanille! Ik proef eikenhout!'
'Oeh, net nog een klein tanninetje in de afdronk'.
De gelukzaligheid druipt dan van zijn gezicht.
Ik keek hem aan en vroeg me af of hij aan dezelfde spiritualiën zat als ik.
Ik proefde wijn.
Lekkere wijn en, oh ja, rood.
Zover kwam ik wel, zelfs met mijn ogen dicht.
Uiteraard kon men aan het eind van de avond een fles (of liever een doos) van het geproefde kopen.
De prijzen!
Ik vroeg nog aan de organisator of ik daarmee direct een aandeel in het betreffende landgoed kocht. Hij keek mij schaapachtig aan.
De opmerking dat ik voor die prijs een stelling prettige doordrinkwijn  kon kopen bij de Dirck (uit de Almanak!) deed bij de man ter plekke zo ongeveer een belangrijke ader springen.

Op weg naar de auto nodigde ik de collega en vriend uit eens mee te gaan naar een whiskyproeverij.
Was hij nog nooit geweest. Een maand later pikte ik hem op, met een taxi.
Dat vond hij al vreemd.
Even later stonden we in een mooie Engelse pub.
Andere meneer, een met kilt, een andere tafel en andere drank: whisky. We zouden ons die avond dwars door de laag- en hooglanden heendrinken richting de kust.
'Waar zijn de spuugemmers?' , vroeg hij.
'Daar doen whiskydrinkers niet aan', zei ik. 'Het is al erg genoeg dat er iets verdampt bij het openstaan van fles en glas'.
Dat wat de Schotten zo mooi 'the Angels share' noemen.
'Gewoon doorslikken, de glaasjes zijn er klein genoeg voor'.

Het werd een bijzondere avond. Vooral vanwege het doorslikken (wat hij blijkbaar niet gewend was)
van de whisky (die hij blijkbaar niet gewend was).
Hij probeerde nog wel zijn 1000 geur- en smaakdraadjes aan te spreken maar gaandeweg de avond   brandde het ene na het andere draadje door.
De eerste twee, drie glaasjes gingen nog wel, halverwege de hooglanden is hij echter definitief verdwaald.
'Ikpvhroeff sjerie en un beetjuu aertbeij!', toeterde hij van dichtbij in mijn oor.
Met ruiken was hij al gestopt omdat ook zijn neus er definitief de brui aan had gegeven: volledig uitgebrand door de 45% alcoholdampen die er doorheen trokken.
'Asjemenou, ik ruiiik de sjee!!'. Dat was zo ongeveer het laatste wat hij meepikte van de 18 jaar oude Laphroaig voordat hij naast me van de barkruk gleed.

Heb hem braaf thuisgebracht die nacht, tegen de deur gezet en aangebeld.
Toen de taxi wegreed zag ik de deur opengaan en mijn vriend voorover op het 'Welkom' matje vallen.
Een zeer geslaagde avond.

De volgende dag zal hij wel weer eikenhout hebben geroken, en gevoeld.
Vooral tussen nek en kruin.
Eén groot blok eikenhout.


Sláinte!  *)
*)   op je gezonheid in Gaelic


Vergeten de vooraankondiging van het boek te lezen? Kan alsnog via deze link:
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'
Voor het goede doel.

zaterdag 2 juni 2012

Oranje

Voor u onderstaand blog gaat lezen wijs ik u alvast op de mededeling op deze blogpagina: Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'



Ik ben een enorm sportmens.
Voetbal, golf, zwemmen, atletiek, wielrennen, tennis....
Ik kan er uren naar kijken....

U begrijpt dus, dit wordt mijn zomer.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik zelf weinig sport. Te gevaarlijk. Ik zie teveel collega's van mijn leeftijd op maandag strompelend het pand betreden. Gevallen op de racefiets, hockeystick tegen de enkel, kniebanden gescheurd.
Had God gewild dat we zouden gaan sporten dan had hij ons wel van een rugnummer voorzien.

Maar ik ben wel een echte Hollander.
En een wereldburger.
Dus als we als landjes samen met elkaar de strijd aangaan op een sportieve manier, dan vind ik dat een bijzonder mooi gebeuren.
Moesten we vaker doen. Niet de wapens opnemen, gewoon bij conflicten een potje voetballen. Of wordt voetbal dan echt oorlog?

Het zal u niet zijn ontgaan: Nederland kleurt Oranje.
Oranje huizen, Oranje straten, Oranje gips in de ziekenhuizen.
De economie laten we even voor wat 'ie is en dat is niet veel. Dankzij de crisis zitten de meesten toch thuis met een langdurige werkonderbreking en de 56 nog overgebleven bouwvakkers kruipen straks ook de bouwkeet in.
We gaan het weer proberen. En ondanks het Europese karakter van deze Kampioenschappen hebben we toch alvast een mondiale winnaar: China.
Kunt u zich de gezichten voorstellen van al die Chinezen die de afgelopen maanden alleen maar Oranje meuk aan zich voorbij hebben zien komen op hun lopende band? Vlaggetjes, toeters, jurkjes, broeken met leeuwenstaarten, boa's, de bierpet, brulshirts... Hoofdschuddend zitten ze s'avonds aan de noedels. Nederland, niet alleen het land van gekke koeien.
Wie de tv aanzet kan er niet meer omheen, alle reclame is Oranje gekleurd.
Grootgrutters, mediagiganten, bierbrouwers, iedereen probeert zo snel mogelijk en zo veel mogelijk van de Oranjevoorraad te verkopen.
Het  zou half juni zo maar afgelopen kunnen zijn.
Blijf je er mee zitten.
Sta je buiten spel.

Om de twee jaar heb ik met het EK en WK een bijzondere verjaardag, vier die dag altijd op een naastgelegen datum waarop Nederland speelt.
Bijzonder uitgelaten komt dan een dertigtal mensen, zwaar Oranje uitgedost, het feestje meevieren. De breedbeeld tv wordt uit zijn muursteunen getild en daar geplaatst waar zoveel mogelijk mensen goed zicht hebben op, naar wij hopen, het adembenemende achteruitspelen van Nederland.
Gaat meestal goed, WK2010 (2-1), EK 2004 (3,0)
Soms iets minder, WK2006 (0-0),
en soms verpesten ze mijn verjaardag, EK 2008, (0-1).
Heb je een gezellige nazit met 30 chagrijnige mensen die zich de Oranje kledingstukken van het lijf scheuren.
Bier is wel opgegaan die avond, dat dan weer wel.

Het maakt mij allemaal niet uit.
Ik heb absoluut geen verstand van voetbal. Ben gewoon een  Hollandse chauvinist. Trek mijn Oranjehosen met leeuwenstaart aan (Bavaria 2008) en feest mee.
Al was het het EK hamsterdressuur, als we een Nederlandse ploeg zouden hebben zou ik ze toejuichen. Vind al die zottigheid erom heen wel leuk en mis geen wedstrijd.

Ik heb wel een bijkomend probleem.
Mijn vrouw heeft veel verstand van voetbal.
Tenminste....
In haar ogen is het een tamelijk eenvoudig spel waarbij je gewoon met de bal naar voren moet lopen om hem daarna behendig bij de tegenpartij tussen de palen te plaatsen.
Hoe moeilijk kan het zijn?
Ik hou mijn hart vast de komende tijd.
De afstand tussen bank en breedbeeld weet ze moeiteloos verbaal te overbruggen, sterker nog, ik meen zelfs soms aan de spelers op het veld te zien dat iets van het verbale geweld digitaal terugsijpelt naar de geluidsinstallaties van het betreffende voetbalstadion.
Zie ik ze opeens verschrikt omhoog kijken bij een foute pass.
Zou dat kunnen?
De komende weken zit ik in ieder geval weer met mijn eigen 'Generaal' op de bank: mevrouw Michels.
Heb ik een biertje in de ene hand
en de bloeddrukmeter stand by in de andere.
Heb geen van de Gijp, van Gelder of Derksen nodig.
Krijg van haar in de pauze een haarfijne analyse wat er is misgegaan en wie er uit moet.

Ach, we zullen samen deze sportzomer wel weer overleven.
Roland Garros,
Wimbledon,
Tour de France,
EK,
Olympische Spelen.

Al die TV uren,
al het bier,
al die nootjes.

Sport is afzien....

Aankondiging boek Oost, West....

Lieve lezers en lezeressen,

Het zit er op.
Tweeënvijftig weken, iedere week een blog.
Het is mooi geweest.

Een jaar geleden begonnen met de gedachte.
Waarom niet? De eerste maand blij met 13 lezers.
Nu wekelijks meer dan 100 lezers, de verhalen meer dan 6500 keer gelezen, lezers in 10 landen.
Een mens zou er verlegen van worden.
Ik dank u. Ook voor alle reacties die ik mocht ontvangen.

Iets beginnen is leuk. Ergens mee stoppen ook.
Omdat er dan weer ruimte komt.
Er zijn nog duizenden dingen die gedaan en ontdekt kunnen worden. Dit blog was er daar een van.
Eén ander op het lijstje stond was het schrijven van een boek.
Een boek maakt onsterfelijk. Tenminste, zo voelt het.
Rare gedachte, want ieder mens is al onsterfelijk door het feit dat hij in zijn leven iets doorgeeft aan anderen. Hoe klein en eenvoudig dan ook. Een boek is niet noodzakelijk.
Maar wel leuk.
En ergens halverwege dit jaar, mede naar aanleiding van opmerkingen van verschillende van u, kwam ik op de gedachte de blogs te bundelen en uit te brengen als boek.
Twee wensen en projecten in één klap afgevinkt.
Een boek met 52 verhalen.
Gewone, ongewone alledaagse bijzonderheden.
Die ik met u heb gedeeld en die u wellicht zelf had kunnen schrijven.
Wij verschillen niet veel.

Het boek zal na de zomer uitkomen. De kaft ziet u hierboven.
Na de laatste bijdrage zal de tekst nog worden gecorrigeerd en opgemaakt, daarna nog een paar weken voor de proefdruk.
Zal er niet rijk van worden, wil er niet rijk van worden.
Hoef er geen euro voor te ontvangen.
Het schrijven gaf plezier genoeg.
Alle opbrengsten komen ten goede aan de Stichting Vrienden van Tanzania: www.svvt.nl
De Stichting waar mijn dochter een half jaar heeft gewerkt en die u wellicht kent van de verhalen 'Loslaten' en 'Voor Anna'.

Ik draag het boek dan ook op aan Anna
en haar honderdduizend zusters.

En als u nou plezier hebt gehad aan de verhalen,
als u ze nog eens terug wilt lezen (het blog zal worden opgeheven).
Als u het positieve verschil wil maken in leven en leren van jonge kinderen die dat verdienen. 
Misschien wilt u dit boekje dan opnemen in uw boekenkast?

Het boekje (ongeveer 200 pagina's) wordt gedrukt door een printing on demand drukker www.pumbo.nl. Zij doneren ook nog eens één euro per uitgegeven boekje.
Als ik van te voren weet wat de mogelijke afname zou zijn, kan ik in grotere hoeveelheden bestellen. Dat drukt de productieprijs waardoor er dus meer overblijft voor het goede doel.
Op voorinschrijving zal het boekje ± 12,95 kosten (excl. verzendkosten). Daarvan zal ruim 4 euro per boekje naar het goede doel gaan.
Een nabestelling via de website van www.pumbo.nl  zal ongeveer 16,95 kosten (ze moeten dan per stuk worden gedrukt, waardoor de drukkosten hoger liggen).
Heeft u interesse? Stuur mij een mailtje: paulhjpouw@casema.nl.

Ik was het al,
maar u maakt mij een nog gelukkiger mens....

Paul H.J. Pouw


zondag 27 mei 2012

Voorpret

Zo rond maart, april begint het weer.
Vakantievoorpret.
Tenminste, zo wordt het voorgesteld. Brochures worden verzameld en het internet wordt afgezocht naar de meest ideale vakantiebestemming. We moeten er uit. De nomade in ons wordt wakker.
Mensen zijn hartstikke gek.

We verruilen onze comfortabele woning om na een slopende dag doorrijden op de Franse Autoroute du Soleil aan te komen bij de Spaanse Costa om aldaar uitgeput neer te zijgen in een kant en klaar tent.
Het plaatselijke ontvangstcomité, een semi-bejaard echtpaar zit al klaar en verwelkomt ons met de goedkoopste fles rosé die in de wijde omtrek te vinden was. En ik had al zo'n hoofdpijn van de reis.
Zij zijn gastvrouw en -heer (een campinggaststel), hun taak is te waken over het contingent tenten dat de boekingsorganisatie op de camping heeft geplaatst.
Voor tien weken hebben ze hun Amsterdamse drie-hoog achter flat verruild voor een plek op de camping, dweilen wekelijks de tenten uit om daarna met het verdiende geld nog drie maanden tegen 60+ tarieven na te zomeren in een leuk appartementenhotel op Gran Canaria.
Wat doe ik verkeerd?

Een kant en klaar tent.
Ik ben er wel klaar mee.
Het lukt ze altijd om die tenten niet waterpas te zetten waarmee dus ook het bed op 'vals plat' komt te staan. s'Ochtends wordt je wakker met je kop tegen het hoofdeind gedrukt. Diezelfde kop is gevaarlijk rood omdat al het bloed zich achter je ogen heeft teruggetrokken.
'U heeft al een lekker kleurtje buurman, niet te lang met het hoofd in de zon hoor!'
Overdag bivakkeren we aan het strand.
Het regent er nooit.
Jawel, het regent er wel. Ik heb foto's dat we met z'n allen onder de parasol schuilen tegen Spaanse plensbuien. Die foto's halen alleen nooit het vakantieplakboek.
Wij besluiten deze feestelijke vakantiedagen meestal door wat geblakerd vlees van de barbecue te krabbelen om ons daarna nog even voor de tent te laten leegzuigen door de plaatselijke muskieten. Zij doen zich tegoed, gaan niet op vakantie. Ik heb vorig jaar voor het eerst een mug horen boeren.
's Nachts doe je niets anders dan je plas ophouden.
Er zijn namelijk twee opties, gebruik maken van een emmer die je gegarandeerd minimaal één keer per vakantie omver gaat lopen, of de wandeling maken naar het verderop gelegen toiletgebouw. Dat betekent t-shirt aan, broek aan, slippers aan, zaklamp aan en dan....proberen geruisloos de tent te verlaten.
Gaat niet, die rits.
Een heel robuuste rits die een heel robuust geluid maakt op een verder doodstille camping.
Twee keer...,
één keer heen:
Fzwieeieieiiieieieiiiieieieieieieieiiieeiei  (twee meter rits)
en na een paar minuten weer terug:
ieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieieiwzF (en nog eens twee meter).
Nu is de hele tent wakker, moeten ze opeens allemaal plassen en dus wordt de rits het komende half uur zeer nadrukkelijk getest. Blijkbaar hebben de buren in een straal van 200 meter ook onze rits gehoord want voorlopig hoor ik een hele trits ritsen meedoen in deze nachtelijke symfonie.
Op zulke momenten verlang je naar je porseleinen Sphinx die ongebruikt staat te verdrogen thuis.

Het is uiteraard niet allemaal leed.
Gelukkig is er altijd wel 'vertier' op de camping. De lokale Dries Roelvink blijkt de komende avonden te zijn ingehuurd. Hij begeleidt zichzelf op een aftands keyboard terwijl boven zijn hoofd de TL-buis van de naastgelegen snackbar (in de folder beschreven als sfeervol specialiteiten restaurant) knippert als ware het een echte lichtshow.
Een keer een geweldig animatieteam meegemaakt op een camping in de Ardèche. Dertig man sterk die iedere avond volledige musicals ten uitvoer brachten.
Minder was het feit dat zij bivakkeerden boven het toiletgebouw die zo ongeveer naast onze tent was gesitueerd.
Los van het feit dat je de stoelgang kon volgen van de halve camping, eindigde voor deze dertig jong volwassenen zo rond 01.00 uur s'nachts hun werkdag hetwelk dagelijks werd gevierd met luidruchtige, wijnbesprenkelde orgies. Het ging er geanimeerd aan toe.
Mijn nachtelijke smeekbede onder aan het raam werd alleen gehonoreerd met de regelmatige en uitnodigende vraag 'Que-est ce que vouz desirez?'
Maar ik wilde helemaal niets met Desiré, ik wilde slapen.

Na een brakke nacht strompel je net al ieder ander met een wc-rol onder je arm richting toiletgebouw. Iedereen kijkt alsof hij toch vooral niets onder die arm heeft. Hé, wat heb ik hier nou onder mijn arm? Een toiletrol? Hoe komt die daar nou?
Om er dan in datzelfde toiletgebouw achter te komen dat er iemand in de wasbak heeft gesch....
Laten we wel wezen, moet voor een half bezopen campinggast toch een behoorlijk acrobatische stunt zijn geweest.
Kan daar zo boos om worden.
Heb uit pure baldadigheid toen maar mijn tanden gepoetst boven de toiletpot! Ha, ik zal ze leren!
Al viel het nog niet mee om daar mijn mond te spoelen na afloop. Ook dat vraagt om een flexibele ruggengraat.
Na veertien dagen of drie weken (ja, het kan erger), pakken we alles in en rijden in een ruk terug naar Nederland. Terug naar de goed geoutilleerde keuken, de kingsize box-spring, het altijd voorhanden zijnde sanitair.
En op de eerste werkdag vertellen we allemaal hoe geweldig de vakantie wel was, hoe schitterend het weer en hoe gezellig de contacten.
Al weten we met zijn allen uit de kranten dat het zes weken noodweer was in Europa, op de een of andere manier tref je nooit iemand die er middenin zat. Knap is dat.

Changement de decor. Daar doen we het voor zeggen we. Er even tussen uit.

Dit jaar komt er een andere auto.
Dus zal het met de vakantie wat minder worden.
Jammer hoor.

Deze zomer lig ik in de late avond in mijn hangmat, achter in mijn tuintje aan het water.
Wijntje binnen handbereik.
Hoor wat gekwaak van kikkers, verder alleen stilte,
niets dan stilte en rust.
Kijk ik omhoog en staar naar de sterren.
Urenlang.
Wat een prachtig decor.
Quelle changement!

En als ik moet plassen?
Tien stappen lopen en een ritsje van 15 cm.

Ik heb nu al voorpret.

zondag 20 mei 2012

Kwijt

Ik ben altijd alles kwijt.
Zijn het mijn sleutels niet, dan is het wel mijn portemonnee.
Heb de vervelende neiging om dingen die ik niet wil kwijtraken op een speciale plek te leggen, zodat ik ze niet kan kwijtraken.
Waarop ik ze daarna gegarandeerd kwijtraak.

Als een eekhoorn die zijn nootjes overal verstopt, om toch vooral in de winter niet om te komen van de honger.
Ik kan me alleen die speciale plekjes  nooit meer herinneren.
Ik zou het magerste eekhoorntje in het bos zijn vermoed ik.

Ik ben ook een broer kwijtgeraakt.
Ik had een speciaal plekje voor hem, mijn oudste broer en doordeweekse vader.
Een verstandig en rustig mens. Streng en zachtmoedig tegelijk, rechtvaardig.
Een toetssteen.
Kocht ik een auto, dan was het vooraf, had ik een nieuwe vriendin, dan was het achteraf, maar altijd zocht ik zijn goedkeuring. Dan wist ik dat het goed was.
Een grote broer zoals een grote broer is bedoeld.
Eentje die overigens ook altijd alles kwijt was, zijn sleutels, paraplu, zijn eeuwige pijp.
Hij had het zoekraken tot kunst verheven.
En opeens, na een kort ziekbed, op 14 juli 1996 was ik hem kwijt, hij 48, ik 36.

Ik ben nu ouder dan hij ooit is geworden.
Gek eigenlijk, hebben wij nu de rollen omgedraaid?
Ben ik nu de oudere broer, hij de jongste?
Op 28 oktober 2007 was ik 48 jaar en 128 dagen oud.
Op die dag zijn wij beiden door de spiegel gegaan. Vanaf die dag werd hij jonger naarmate ik ouder werd.
Sinds die dag leef ik elke dag die hij niet heeft geleefd en wordt me dat steeds meer bewust.
Vreemd, voor altijd en onvervreemdbaar mijn oudste broer. Nu de jongste.
Elkaar te vroeg in de tijd gepasseerd.

Opnieuw zag ik toen bevestigd dat als je dingen op speciale plekken bewaart, ze verdwijnen.
Je boos en machteloos bent omdat je ze niet terug kunt vinden, vooral niet als je heel hard je best doet.
Omdat de plekken waar je zoekt té speciaal zijn. Je té veel je best doet.

Soms moet je stoppen met zoeken om iets terug te vinden.
Als je iets kwijt bent is het niet echt weg, niet echt.
Het is er nog.
Alleen buiten je bereik.
Soms vind je de dingen door juist niet meer te zoeken op de speciale plekken maar juist door alleen maar aanwezig te zijn op de voor de hand liggende, alledaagse plekken.

En dan kom je ze zomaar tegen,
je sleutels, je portemonnee...

...mijn broer.
In een gedachte, een uitzicht over het landschap, een bries, een warme zomeravondlucht.
Merk ik dat hij zit in iedere vezel van mijn bestaan en in iedere ademtocht.
Als de schaduw die onzichtbaar met mij meeloopt als ik mijn gezicht maar naar de zon durf te keren.
Hij wist het allang.
Weet ik nu.
Hij, de meester in zoekraken.
Ik zag het in zijn blik die laatste keer.

'Je vindt me wel weer.....'


Do not stand at my grave and weep.
I am not there, I do not sleep.
I am a thousand winds that blow.
I am the diamond's glint on snow.
I am the sunlight on ripened grain.
I am the gentle autumn's rain.
When you awaken in the morning's hush,
I am the swift uplifting rush
of quiet birds in circled flight.
I am the soft stars that shine at night.
Do not stand at my grave and cry;
I am not there,
I did not die

Mary Elisabeth Frye 1905-2004


zondag 13 mei 2012

Aanstelleritis

Ik kom er achter dat ik dit jaar nog niet ziek ben geweest.
Vorig jaar ook niet trouwens.
Zo kom ik nooit door mijn ziektedagen heen.
Want zo heel nu en dan is het best wel lekker, ziek zijn.
Een klein beetje dan.
Want ik waak er wel voor om het ernstige leed over mijzelf af te roepen, noch wens ik u dat toe.
Ik wens u een buitengewoon gezond en vrolijk leven toe.

Maar zo heel incidenteel je net niet helemaal honderd procent voelen en dat uitspelen.
Schijnt iets van mannen te zijn (zeggen de vrouwen).
Als je zo 's ochtends wakker wordt, niet helemaal scherp, mat, laf, beslagen, grauw en rillerig.
Dit is 'm!
Ik beweeg me wat rusteloos in bed, zucht en draai tot ook mijn teerbeminde hier wakker van wordt.
'Wat is er?'
'Ik weet het niet', zeg ik met een stem die al een lichte verhoging pretendeert. 'Ik denk dat ik wat onder de leden heb, voel me niet goed.'
Ze kijkt me aan en voelt mijn voorhoofd.
'Mmmh, je voelt niet warm.'
Ik worstel m'n oogleden wat open en kijk vanonder deze vlezige lambrisering met licht wegdraaiende ogen haar aan.
'Je ziet er inderdaad beroerd uit, wellicht verstandig om een dagje bed te houden.'
Onderwijl zij zich opmaakt voor een dag werk werpt ze me de thermometer toe.
De thermometer werkt niet mee. Onder de tong geeft hij onverbiddelijk aan dat de interne kachel niet hoger brandt dan normaal. Het maakt niet uit of ik de peilstok daarna nog in een andere lichaamsopening plaats (nooit de volgorde van plaatsing door elkaar halen!), hij weigert te bewegen.
Ik ga er van uit dat hij kapot is, ik ken uiteindelijk toch mijn eigen lichaam het beste.
Ik hoor gestommel op de trap en drapeer mijn hoofd schuin op het iets opgetrokken kussen, kin boven het dekbed en een gezichtsuitdrukking als Jezus aan het kruis.
Ik lijd.

Lezen hoe het verhaal verder gaat? Klik op onderstaande link.
Vooraankondiging boek 'Oost, West, Thuis is het ook niet alles...'